Bijlagen

Voortgangsrapportage projecten

Van

Proces-, Programma- en Projectmanagement

Project

Energietransitie

Project(risico)profiel

Hoog

Project nummer OneWorld

54000493

Begrotingsdoel

6.4.1 We bevorderen dat Zwolle op termijn energieneutraal is

Voortgang betreft de afgelopen periode met peildatum   : 1 juli 2025
Bestuurlijke opdrachtgever                                  : Wethouder Spaans

Programma omschrijving

Het programma Energietransitie draagt bij aan het Gemeentelijke Programma 6 ‘Toekomstgerichte stad’, begrotingsdoel 6.4.1. Energieneutraal Zwolle.
Wij bevorderen dat Zwolle op termijn energieneutraal is en dragen zo bij aan de doelstellingen van het landelijk Klimaatakkoord: 55% reductie van CO2-uitstoot in 2030. Het landelijk Klimaatakkoord (in 2019 ondertekend door de VNG) vormt de basis voor de Energietransitie in Zwolle.   We richten onze aanpak op de gebouwde omgeving en grootschalige energievoorzieningen.  

In het coalitieakkoord is de ambitie opgenomen om in 2040 klimaatneutraal te zijn. Eerder heeft de raad middels het Ambitiedocument ‘Zwolle geeft je Energie’ en het ‘Plan van Aanpak Energietransitie 2018- 2022 nevenambities geformuleerd. Namelijk dat in 2025:  

  • De CO2-uitstoot 25% lager is dan in 1990 (en maximaal 375 kton bedraagt).
  • Minimaal 25% energiebesparing is gerealiseerd, wat een verlaging van het energieverbruik van 1600TJ
           per jaar betekent.
  • 25% Van de totale energievraag duurzaam opgewekt wordt (dat betekent vanaf dat moment per jaar 1200 TJ schone opwek).

De voortgang wordt inzichtelijk gemaakt door de Zwolse energiemonitor, gebaseerd op de landelijke Klimaatmonitor.
In 2024 heeft de Raad via de perspectiefnota de financiële kaders en hoofdambities voor 2025-2030 (Ambitiepakket Energietransitie 2025-2030) vastgesteld. De Raad heeft hierin gekozen voor scenario ‘Noodzakelijk’. Binnen deze kaders werken we het Ambitiepakket verder programmatisch uit.

Woningbouwproductie
In het programma Energietransitie worden geen woningen gerealiseerd. Wel zorgen wij voor de inbreng vanuit ons programma van kennis en expertise bij projecten waar woningbouw aan de orde is en zorgen we voor samenhang. Het streven naar energieneutraal Wonen moet een integraal onderdeel worden van de nieuwbouwplannen.

Financiën
Voor de uitvoering van het programma Energietransitie hebben we dit jaar een budget aan gemeentelijke middelen ter beschikking van € 3,8 miljoen; € 1,2 miljoen structureel en € 2,6 miljoen structureel t/m 2030 vanuit het Ambitiepakket. Sinds dit jaar zijn de incidentele middelen structureel geworden door in te stemmen met het Ambitiepakket ‘noodzakelijk’. Dit structureel budget zorgt ervoor dat het programma Energie een stabiele basis heeft voor de uitvoering van haar taken en de transitie te versnellen daar waar de gemeente Zwolle direct invloed op kan uitoefenen. Naast deze middelen is er vanuit het Rijk een CDOKE-subsidie beschikbaar gesteld ter waarde van € 2 miljoen als basisfinanciering (t/m 2027, uit te geven t/m 2029) en € 1,6 miljoen als (onvoorziene) aanvullende financiering (2025, uit te geven t/m 2027) om de capaciteit (bemensing) te vergroten bij decentrale overheden voor de uitvoering van klimaat- en energiebeleid. Dit totale programmabudget van € 6 miljoen wordt dit jaar o.a. besteed voor de subsidiëring van de basisfinanciering lokale initiatieven, subsidiëring van de ondersteuning van het platform duurzaam Zwolle, communicatiekosten en -campagnes, het energieloket, het warmteprogramma en de bronnenstrategie, de ontwikkeling van het warmtenet in Holtenbroek/Aa-landen, het bedrijvenloket, subsidiëring voor het verduurzamen van bedrijventerreinen en de intensivering van netcongestie. Het programmabudget wordt elk jaar verdeeld op basis van het jaarlijks op te stellen jaarplan per project. Halverwege het jaar worden de jaarplannen herijkt.
Naast het programmabudget zijn er middels enkele moties specifieke middelen beschikbaar gesteld die onder andere betrekking hebben op de wijkinitiatieven Dieze en Assendorp, opvolging van het Burgerberaad en ondersteuning voor het verduurzamen van vrijwillige verenigingen. Ook wordt er dit jaar gebruik gemaakt van andere toegewezen Rijksmiddelen. Dit betreft SPUK gelden (Specifieke Uitkering). Voorbeelden hiervan zijn ‘SPUK Lokale Aanpak Isolatie (NIP)’ en de ‘SPUK Energiearmoede’. De SPUK gelden worden tezamen met geoormerkte eigen middelen ingezet ten behoeve van Warm Thuis en Energiebesparing Wonen. Voor de ondersteuning van de Proeftuin Aardgasvrije Wijken (PAW Berkum) hebben we ook een rijkssubsidie ingezet. Deze Rijksmiddelen lopen in 2026 ook door.
Uit de begrotingsanalyse is gebleken dat er een overlap is op de inzet op CDOKE-taken en de dekking vanuit de eigen middelen. De richtlijn vanuit gemeentelijke financiële kaders volgend betekent dat er eenmalig € 1,4 miljoen teruggevloeid is naar de algemene middelen.

Programma Energietransitie  

Het programma is georganiseerd langs verschillende clusters, het Warmteprogramma, Energiebesparing Wonen, Duurzame Werklocaties, Grootschalige Energievoorzieningen en Netcongestie welke tot uitvoering komen in een aantal wijken zoals Holtenbroek/Aa-landen, Berkum, wijkinitiatieven Dieze en Assendorp. In deze paragraaf wordt per onderdeel een nadere toelichting gegeven over de stand van zaken.

De Zwolse energiemonitor
Wat is de stand van zaken? Wat hebben we het afgelopen half jaar gedaan?

  • We hebben afgelopen jaar gewerkt naar een vernieuwde energiemonitor welke de raad actuele informatie geeft over de voortgang ten opzichte van gestelde doelen. Deze is in juni weer gedeeld met de raad.

Wat gaan we het komend half jaar doen en wat zijn de belangrijkste mijlpalen op de langere termijn ?

  • De ontwikkeling stopt niet, ook komend half jaar gaan we de energiemonitor verder doorontwikkelen.
  • Wij gaan kijken hoe we de monitor kunnen verbeteren en verrijken met de gevraagde voorspellende informatie zodat het besluitvorming kan ondersteunen.

Netcongestie  
Wat is de stand van zaken? Wat hebben we het afgelopen half jaar gedaan?

  • Communicatie aanpak richting bedrijven is opgestart.
  • We hebben gewerkt aan de buurtaanpak verzwaren
  • Smart energy hub Hessenpoort verder ontwikkeld

Wat gaan we het komend half jaar doen en wat zijn de belangrijkste mijlpalen op de langere termijn?

  • Samenwerkingsafspraken met netwerkbeheerders maken
  • Verzwaren 3 buurten conform buurt aanpak, te weten: Schoonhorst, Breezicht en Breecamp. Schoonhorst loopt door tot oktober. Dan volgt Breezicht; Breecamp waarschijnlijk begin 2026.
  • Er wordt met Spoorzone onderzoek gedaan naar oplossingen voor een balanswijk.
  • Met bedrijventerrein Voorst wordt er gekeken hoe er achter de meter oplossingen kunnen worden uitgevoerd om zo meer ruimte te krijgen om te verduurzamen. De opgedane kennis wordt gedeeld.
  • We werken aan de ontwikkeling van smart energy hubs

Warmteprogramma
Wat is de stand van zaken? Wat hebben we het afgelopen half jaar gedaan?

  • De Zwolse Warmtestrategie is vastgesteld.
  • Bouwstenen Warmteplankader, Infrastructuur & Netcongestie en Duurzame Bronnen zijn vastgesteld.
  • Vaststelling van de bouwsteen Isolatie en besparing.

Wat gaan we het komend half jaar doen en wat zijn de belangrijkste mijlpalen op de langere termijn ?

  • Uitvoeringsagenda en Warmtetransitiekaart naar het College.
  • Er wordt een monitoringstool opgesteld.
  • De bouwsteen Samenwerking met de Stad wordt vastgesteld.
  • Concept MER.

Energiebesparing wonen, Platform duurzaam Zwolle & Warm thuis
Wat is de stand van zaken? Wat hebben we het afgelopen half jaar gedaan?

  • De Zwolse Isolatie- en besparingsaanpak is vastgesteld, dd. 6 mei 2025
  • De verordening grote maatregelen minima is vastgesteld, dd.16 juni 2025
  • Activeringsplekken statushouders Warm Thuis.
  • Circulair witgoed is gestart.
  • Werken aan het opstellen van de regeling warmtetransitie.
  • PDZ (Platform Duurzaam Zwolle) is geformaliseerd.

Wat gaan we het komend half jaar doen en wat zijn de belangrijkste mijlpalen op de langere termijn ?

  • We werken aan het vaststellen van de regeling warmtetransitie.
  • Opvolging adviezen Burgerberaad.
  • Voorstel ‘voorschietfonds’.
  • Verkenning mobiel informatiepunt.
  • Oplevering resultaten klantreis NIP onderzoek.

Berkum
Wat is de stand van zaken? Wat hebben we het afgelopen half jaar gedaan?

  • De wijk is beter betrokken bij het onderwerp duurzaamheid.
  • Ondernemers in Veldhoek die we geadviseerd hebben weten nu concreet/in praktijk hoe nu verder.
  • Er is een Constructieve samenwerking met BEN.
  • Versnellingsaanpak (opgesteld door BEN) loopt, eerste aanvragen komen binnen.

Wat gaan we het komend half jaar doen en wat zijn de belangrijkste mijlpalen op de langere termijn ?

  • Evaluatiemoment organiseren en vervolgkoers/scenario’s verkennen.
  • We gaan ons komend half jaar concentreren op het organiseren van bewonersbijeenkomsten.
  • We gaan ons komend half jaar concentreren op de besteding van de subsidie.
  • We werken aan een warmteplan

Duurzame werklocaties
Wat is de stand van zaken? Wat hebben we het afgelopen half jaar gedaan?

  • MJVP subsidie is verstrekt aan bedrijventerreinen Hessenpoort en Marslanden.
  • Energieloket voor bedrijven en instellingen is operationeel goed vindbaar.
  • Voorstel overdracht SEH Hessepoort naar Coöperatie Ceurz en bestedingen rol gemeente in de verdere ontwikkeling smart energy hub Zwolle Noord.

Wat gaan we het komend half jaar doen en wat zijn de belangrijkste mijlpalen op de langere termijn ?

  • We werken aan het opzetten van de communicatiestrategie voor werklocaties.
  • We organiseren sprintsessie energietransitie met het bedrijventerrein OVB.
  • Het beleidskader logistiek laden willen we vaststellen.

Grootschalige Energievoorzieningen  
Wat is de stand van zaken? Wat hebben we het afgelopen half jaar gedaan?

  • Er is een nieuwe projectleider aangesteld voor een volledige focus op het project.
  • Delen uitkomst netvisie TenneT Overijssel en gevolgen voor Zwolle.

Wat gaan we het komend half jaar doen en wat zijn de belangrijkste mijlpalen op de langere termijn ?

  • We werken aan het opstellen van het Toekomstbeeld Energiesysteem 2050.
  • We verkennen of er een mogelijkheid is om aandelen van de energie coöperatie Tolhuislanden aan te kunnen kopen.
  • Er wordt gewerkt aan het opstellen van het beleid(skader) rondom lokaal eigendom. De verwachting is na de zomer in procedure.
  • We werken de komende tijd aan de startnotitie voor Groengas.

Holtenbroek / Aa-landen  
Wat is de stand van zaken? Wat hebben we het afgelopen half jaar gedaan?

  • We werken een eerste warmte-eiland verder uit voor Holtenbroek en hebben zicht op de haalbaarheid van WKO bronnen.
  • We werken aan de voorbereiding van de inrichting van het warmtebedrijf, waarvoor we een concept-inrichtingsplan en een directiereglement hebben opgesteld.
  • Onderzoeken voor alternatieve bronnen zijn in gang gezet t.b.v. eerste warmte-eiland.
  • Stukken over de eigenaarsrol warmtebedrijf zijn in voorbereiding.
  • We zijn vrijwel rond met de LOI Cogas.

Wat gaan we het komend half jaar doen en wat zijn de belangrijkste mijlpalen op de langere termijn ?

  • We gaan de de wijk betrekken in de warmtetransitie nadat we vorig jaar tot concept-warmteplannen voor Holtenbroek en Aa-landen zijn gekomen.
  • De bedoeling is einde jaar te kunnen besluiten over inrichting warmtebedrijf en de contouren eerste warmte-eiland.

Dieze  
Wat is de stand van zaken? Wat hebben we het afgelopen half jaar gedaan?

  • We hebben een plan van aanpak opgesteld voor het wijkverbeterplan, als onderdeel van het programma Wijkgericht werken
  • We hebben een heldere opdracht geschreven, één gezamenlijke visie/beredeneerlijn opgeteld
  • We hebben een bijdrage geleverd aan het kader warmtebedrijf
  • Plan van aanpak op ruimtelijk-/financieel/juridisch kader is opgesteld
  • Plan van aanpak (welke gebieden en wat) vanuit WIJ-bedrijf is opgesteld en voldoet aan subsidievoorwaarden.

Wat gaan we het komend half jaar doen en wat zijn de belangrijkste mijlpalen op de langere termijn ?

  • Na de zomer wordt het integraal plan (doorkijk medio 2026) vastgesteld door het college.

Risicografiek:
Op programma niveau en op cluster niveau analyseren we periodiek zorgvuldig de risico’s en zorgen we voor de beheersing van deze risico’s door acties te bepalen en mee te nemen in onze activiteiten. Hieronder is de risicografiek op programma niveau weergegeven, het totaal overzicht van alle clusters welke een beeld geeft van de verschuivingen ten opzichte van de vorige VP. Vervolgens worden de 11 belangrijkste risico’s van het programma Energietransitie toegelicht.

Programma Energietransitie:
 
Peildatum 1 januari 2025                                                              Peildatum 1 juli 2025

Toelichting risicotabel
Het weergegeven risicoprofiel is een momentopname omdat het risicoprofiel van de opgaves voortdurend in beweging is. Wanneer we de bollengrafieken van de vorige VP en deze VP vergelijken vallen een aantal dingen op:

  • Het aantal risico’s dat direct actie vereist (de rode bollen) is toegenomen waarbij de impact van de risico’s per onderdeel van het programma verschillen. Het is een weerspiegeling van de urgentie in klimaatbeleid, de cruciale rol van de factor tijd, de uitdaging van financiële investering en technologische ontwikkelingen, en de complexe uitdaging door een veelheid aan betrokken stakeholders met elk met hun eigen belangen, prioriteiten, verwachtingen en perspectieven. De toename zien we over de gehele linie binnen het programma, maar met name Netcongestie en het Warmteprogramma met uitvoering in de wijken zoals HB/Aa-landen en Berkum hebben een zwaarder risicoprofiel.

Voor de versnelling is een effectieve samenwerking met marktpartijen, netbeheerders, instellingen, iniatieven en platformen essentieel, maar wij zijn ook deels afhankelijk door onze (grotendeels) beperkte rol. Wij proberen zoveel mogelijk te stimuleren, te adviseren, samenwerkingafspraken te maken, doelgroepen te bereiken en naar oplossingen te zoeken om onze doelen te bereiken waarbij we de beste aanpak per niveau van betrokkenheid vormgeven. In de Energietransitie draait het ook om bewustwording en sociale acceptatie, en speelt de ontwikkeling van instrumentarium vanuit het Rijk zoals wetgeving en rekenmethoden, en de definiëring van betaalbaarheid een essentiele rol. Met name bij het cluster Warmteprogramma is dit een groot risico. We blijven niet wachten en nemen hier een proactieve rol in. Bij Netcongestie ervaren we vooral de capaciteit en prioritering bij netbeheerders als een groot risico. Voor alle geïnventariseerde risico’s zijn de benodigde acties bepaalt en worden deze frequent geëvalueerd in de clusterteams. In de volgende paragraaf worden de belangrijkste risico’s nader toegelicht.

  • Het aantal risico’s dat actie vereist (oranje) is toegenomen. Naarmate de voortgang vordert zien we dat de belangen, en prioriteiten tussen marktpartijen, initiatieven, netbeheerders en de Gemeente groter worden en nemen de risico’s ook toe. Financiële haalbaarheid, het effect van netcongestie op de stedelijke ontwikkeling, de beschikbaarheid van duurzame bronnen en beschikbaarheid van data spelen hier een rol in. We hebben een goed beeld over waar we wel invloed op hebben en hebben de daarvoor benodigde acties en verantwoordelijkheden bepaalt om zodoende beheerst te werk te gaan.

Toelichting op de grootste risico’s

Algemeen

  • De werkdruk blijft hoog

De doelen die gesteld zijn voor het programma Energietransitie om onze ambitie te behalen blijven uitdagend. De energietransitie is een complexe uitdaging die een veelheid aan stakeholders betrekt, elk met hun eigen belangen, prioriteiten, verwachtingen en perspectieven met verschillende niveaus van betrokkenheid waarin een effectieve samenwerking essentieel is. Daarnaast spelen financiële en technologische uitdagingen een grote rol, sociale acceptatie, regelgeving en beleid. De toenemende urgentie voor versnelling en het beheersen van deze factoren vraagt capaciteit, flexibiliteit en aanpassingsvermogen, en investeringen. We blijven hier op focussen.

Beheersmaatregel
We evalueren de jaarplannen (en werkdruk) frequent, minimaal elk half jaar (op resultaten, inspanningen, scope bewaking, rolneming en prognoses op benodigde capaciteit en kosten). En zorgen daarbij dat extra benodigde capaciteit en financiële dekking tijdig georganiseerd worden waarbij we vooruitkijken om stabiliteit binnen het programmateam te waarborgen. Het duidelijk definiëren, herijken en benoemen van onze rolneming in samenwerkingsverband(en) is een focuspunt. Ook identificeren we op basis van de voortgang kansen en knelpunten en bepalen we daarbij koers om te kunnen (bij)sturen.

Warmteprogramma
Opstellen Warmteprogramma

  • De uitwerking van randvoorwaarden danwel wettelijk instrumentarium vanuit het Rijk is nog niet beschikbaar of uitgesteld

In het warmteprogramma leggen we plannen vast voor het verduurzamen en aardgasvrij maken van buurten en wijken. Hiervoor is instrumentarium zoals wetgeving en rekenmethoden, en de definiëring van betaalbaarheid vanuit het Rijk randvoorwaardelijk. De Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (WGIW) en de Wet collectieve warmte (WCW) zijn wetten die ons hierin de regie en tools geven. Dit betekend wel dat deze instrumentatrium en (helder afgebakende en juridisch bindend) definities zoals ‘betaalbaarheid’ beschikbaar dienen te zijn om onze ambities te kunnen behalen. Voor alsnog zijn de definities nog niet bekend en sluit het instrumentarium (PBL-startanalyse) en de subsidiemogelijkheden niet altijd aan bij de praktijk.

Beheersmaatregel
We maken onderdeel uit van de G40 (VNG werkgroep Warmte), Warmtealliantie en andere platformen om een brug te slaan en inzichten en behoeften van dagelijkse gemeentelijke praktijk en het instrumentarium afkomstig van het Rijk.

Uitvoering Warmteprogramma

  • Onzekerheid over voldoende middelen om een betaalbare overstap voor iedereen mogelijk te maken

Om de warmtetransitie haalbaar te laten zijn, is het belangrijk dat de overstap betaalbaar is voor iedereen. Ook alternatieven horen hierbij. Dit vereist een zorgvuldige aanpak, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke situatie van elke wijk en elk huishouden. Samenwerken is essentieel, want alleen samen met bewoners, bedrijven en instellingen maken we van deze transitie een succes.
De betaalbaarheid voor de individuele inwoner, maar ook de betaalbaarheid voor de gemeente om te kunnen voldoen aan de landelijke ambitie van Aardgasvrij in 2050 is onzeker. Deze transitie vraagt continuïteit op financiële ondersteuning aan inwoners, een hoge organisatiegraad, voldoende uitvoeringscapaciteit en uitvoeringsbudget bij gemeenten en voldoende ontwikkel- en uitvoeringscapaciteit bij uitvoeringspartijen (adviesbureaus, installatiesbureaus, netbeheerders enz. )

Beheersmaatregel
We maken onderdeel uit van de G40 (VNG werkgroep Warmte), Warmtealliantie en andere platformen om een brug te slaan en inzichten en behoeften van dagelijkse gemeentelijke praktijk en het instrumentarium afkomstig van het Rijk. Daarnaast maken we gebruik van de subsidiemogelijkheden die het Rijk heeft voor de ondersteuning van de warmtetransitie.

Energiebesparing Wonen

  • Subsidie- en financieringsregelingen worden niet optimaal benut

Op dit moment zijn verschillende gemeentelijke regelingen beschikbaar om inwoners te helpen bij het isoleren van hun woning. Voor hen die het niet zelf kunnen betalen is Warm Thuis beschikbaar, met volledige ontzorging en een gratis isolatiemaatregel. Ook is er subsidie voor woningeigenaren van slecht geïsoleerde woningen met een lage WOZ-waarde beschikbaar. We zien dat het lastig is om inwoners te bereiken en (eenmaal bereikt) te activeren om gebruik te maken van de regeling. Hierdoor ligt nog veel geld op de plank. Verschillende oorzaken spelen een rol: de complexiteit van regelingen en aanvraagproces, de uitdaging om de doelgroepen te bereiken, de behoefte aan andere ondersteuning dan geld, bijvoorbeeld om tot de juiste keuzes en besluiten te komen.

Beheersmaatregel
We breiden het ondersteuningsaanbod verder uit, zetten in op versimpeling van aanvraag en deelname aan regelingen en intensiveren de communicatie, zoals ook gevraagd door het Zwolse Burgerberaad. Dit vraagt om extra capaciteit en projectbegeleiding, zoals aangegeven in de Zwolse Isolatie- & besparingsaanpak. Omdat een groot deel van de middelen afkomstig is uit Rijksgelden met terugbetaalregeling bij het niet halen van de doelstelling,  reserveren we voldoende middelen, mocht dit scenario zich voordoen.

  • Het bereiken van de doelgroep die hulp het hardste nodig heeft, is uitdagend

Zoals eerder benoemd is het activeren van doelgroepen een grote uitdaging. Voor het behalen van de doelstelling vanuit de verkregen Rijkssubsidie ‘Nationaal Isolatieprogramma’ (NIP), moeten grote aantallen inwoners worden geactiveerd. Daarin gaat onze focus uit naar de inwoners die hulp het hardste nodig hebben: vanwege armoede, sociale problematiek of een lastig te isoleren woning bijvoorbeeld. Dit is precies de doelgroep die het lastigst te bereiken is. Ze zijn vaak met hele andere dingen bezig dan verduurzaming, of zijn afhankelijk van anderen in het geval van bijvoorbeeld een VvE.

Beheersmaatregel
We zetten in op intensievere samenwerking met partijen in de stad om ons netwerk en de zichtbaarheid te vergroten. Daarbij denken we ook verder dan de bekende bewonersinitiatieven en netwerken rondom verduurzaming, maar aan het opbouwen van contacten met sociale en culturele netwerken in de breedste zin van het woord. Ook werken we intern samen met het maatschappelijk domein om inwoners te bereiken die het nodig hebben, evenals met maatschappelijke organisaties. We zien dat een andere benadering nodig is, zeker waar het gaat om gebieden in de stad die sneller van het aardgas af gaan. In lijn met de Warmtetransitiekaart (onderdeel Warmteprogramma) intensiveren we de (communicatie)-aanpak in deze gebieden, bijvoorbeeld met huis-aan-huis aanbelacties in wijken en (popup) mobiele informatiepunten.

Grootschalige energievoorzieningen

  • Ontwikkeling van slimme oplossingen is complex

Door netcongestie lopen bedrijven en gebiedsontwikkelingen vast, deels doordat de uitbreiding van het elektriciteitsnetwerk nog jaren gaat dure en anderzijds er nog onvoldoende slimme oplossingen zijn om het elektriciteitsnet beter te benutten.
Inzetten op innovatieve, slimme oplossingen kunnen de druk op netcongestie juist verminderen. Het zorgt er nu voor dat bedrijven soms moeite hebben om hun groei- en duurzaamheidambities te realiseren, doordat ze niet voldoende aansluitcapaciteit kunnen krijgen. Dit kan gevolgen hebben voor hun concurrentiepositie.

Beheersmaatregel:
We intensiveren de samenwerking met netbeheerders en werken samen om ook prioriteit te geven aan slimme oplossingen. Ook stellen we een public affairs agenda om het belang van slimme oplossingen te benadrukken.

Netcongestie

  • Beperkte capaciteit beschikbaar bij de netbeheerder

Om de realisatie van de uitbreiding en verzwaring van het netwerk mogelijk te maken is versnelling nodig. Dit brengt extra inspanningsverplichtingen met zich mee bij de netbeheerders. Het standaardiseren van processen en de ervaring die de netbeheerders hiermee op moeten doen in combinatie met de beperkte capaciteit om activiteiten uit te voeren die buiten de wettelijke verplichtingen van de netwerkbeheerder vallen, zorgen voor vertraging in de uitvoering en beïnvloed de ruimtelijke kwaliteit.

Beheersmaatregel
In samenwerkingsverband de planning inzichtelijk maken, prioriteren en onderzoeken of het mogelijk is extra in te zetten op begeleiding om activiteiten die buiten de wettelijke verplichtingen van netbeheerder vallen op te pakken.

  • Het effect van netcongestie op de stedelijke ontwikkeling is uitdagend en onzeker

Overbelasting van het elektriciteitsnet vormt een aanzienlijke uitdaging voor de stedelijke ontwikkeling. Het kan de realisatie van ambities op het gebied van verduurzaming, woningbouw en economische groei belemmeren. 

Beheersmaatregel
We werken aan slimme oplossingen, een richtlijn/prioriteringskader voor verdeling en werken samen met netbeheerders en andere partijen om de gevolgen van netcongestie te beperken door netverzwaring om zo de energietransitie mogelijk te maken. We organiseren bijeenkomsten met alle stakeholders om de plannen van Tennet scherp te krijgen, en we maken scenario’s inzichtelijk om de koers uit te kunnen zetten.

  • De belangen en het bereik worden groter en neemt toe

De druk op het team komt voort uit verschillende factoren, zoals de noodzaak tot snelle aanpassing van processen en systemen aan nieuwe technologieën en veranderende wet- en regelgeving, de toenemende complexiteit van projecten en de schaarste aan gekwalificeerd personeel. 

Beheersmaatregel
We zorgen voor een duidelijke afbakening van de omvang, inventariseren proactief vragen uit de organisatie (van maatschappelijke voorzieningen tot woningbouw) en zetten in op modellering van data om prognoses te kunnen maken.

Holtenbroek/Aa-landen

  • Er is enige onzekerheid over de beschikbaarheid van Rijkssubsidies en kunnen voldoen aan de voorwaarden

Er is enige onzekerheid of er (voldoende) Rijkssubsidies beschikbaar zullen blijven komen voor de aanleg van warmtenetten. Er zijn diverse subsidieregelingen beschikbaar om de aanleg van warmtenetten te stimuleren, zoals de Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS) maar of dit voldoende is en in welke mate de subsidievoorwaarden aansluiten op het project is nog niet duidelijk. De subsidie is bedoeld om de onrendabele top van warmtenetprojecten te dekken, oftewel het deel van de kosten dat niet terugverdiend kan worden. We krijgen hier duidelijkheid in zodra de aanvraagprocedure gaat lopen.

Beheersmaatregel
We volgen de ontwikkelingen van het Rijk, intensiveren de samenwerking met medeoverheden en zorgen ervoor dat we aanwezig zijn bij strategische bijeenkomsten die vanuit het Rijk georganiseerd worden.

  • De warmteproductie op korte termijn verduurzamen is uitdagend

Om te verduurzamen op korte termijn spelen naast betaalbaarheid ook vraagstukken rondom de duurzame warmteproductie (produceren van warmte met zo min mogelijk CO2 uitstoot). Naast bronnen als ondiepe geothermie of aquathermie, zijn ook WKO oplossingen en warmtepomptechniek mogelijk om aardgasvrij te worden. De door beperkte beschikbaarheid van elektriciteit (netcongestie), stuiten ook die juist duurzame opties op obstakels in de beschikbaarheid van elektriciteit. Zo kan netcongestie, ofwel overbelasting van het elektriciteitsnet, leiden tot vertragingen bij de aanleg van warmtenetten (afhankelijk van de keuze van de warmtebron). Dit komt doordat de benodigde capaciteit voor het transporteren van elektriciteit voor de warmtevoorziening niet altijd beschikbaar is. Daarnaast kunnen aanvragen bij Enexis pas worden gedaan als er sprake is van een concreet project, een daadwerkelijk plan van de tekentafel. Netbeheerders kunnen pas een aanvraag voor een warmtenetaansluiting beoordelen en de benodigde capaciteit reserveren als er een uitgewerkt plan is voor de aanleg van een warmtenet. 

Beheersmaatregel
Opvolging geven, belangen afstemmen en de samenwerking intensiveren met het projectteam netcongestie om volop te investeren in het scherp krijgen van de elektriciteitsvraag en gericht in te zetten op verzwaren en uitbreiden van het elektriciteitsnet waar dat nodig is om de warmtetransitie niet te belemmeren of te versnellen.

Effecten stikstof
De effecten van stikstof hebben voor alsnog geen effect op de projecten binnen het programma.

Deze pagina is gebouwd op 10/10/2025 07:37:21 met de export van 10/10/2025 07:29:03